Charlie´s Angels

23 januari 2013 - San Blas Archipelo, Panama

Welkom aan boord van de Delfín Solo, jullie thuis voor de komende zes dagen. Een vrolijk Turks echtpaar ontvangt ons op hun zeilboot. Samen met nog acht andere meiden sta ik ietwat wiebelig op het dek. Vanaf vandaag ga ik per boot naar Colombia en ondertussen doe we een paar eilanden aan. Maar voor we vertrekken krijgen we een rondleiding op de boot en worden onze slaapplekken verdeeld. Ik leg mijn tas op mijn bed en kijk op. Voor mij zie ik de kop van een grote rode kater met prachtig blauwgroene ogen die mij nieuwsgierig aankijken. Hij heeft zijn kop en voorpoten ongemakkelijk door het kleine ronde raampje gepropt, puur omdat zijn nieuwsgierigheid groter is dan zijn angst om vast te komen te zitten. Hij lijkt continu te glimlachen en heeft daarom veel weg van de Gelaarse Kat. Het is alsof hij elk moment met de zwoele stem van Antonio Banderas kan zeggen: Iek eet je van arte welkum op de boot, skatje. Op het dek wordt er ook gelachen om deze situatie, omdat daar alleen zijn kont en achterpoten zichtbaar zijn. En daarmee steelt Gatito, wat zijn werkelijke naam is, de harten van alle vrouwen.

De kapitein brengt ons met een klein motorbootje naar het eiland. Een idyllisch plaatje van palmbomen, witte stranden en azuurblauw water ligt voor ons. Je kan er gekoelde kokosnoten krijgen en een potje volleybal spelen. En, voegt de kapitein er geheimzinnig grinnekend aan toe, er zijn ook mannen! Ik reageer daarop door te vragen: Charlie, ga je nou echt je Angels verkopen?! Eerder vandaag had de kapitein verteld nog nooit alleen maar vrouwen op de boot gehad te hebben en hij is maar wat trots dat hij ons de komende dagen mag vergezellen. Omdat zijn naam voor ons te moeilijk is om uit te spreken, noemden we hem algauw Charlie. De kapitein moet lachen om mijn vraag en zegt: De mannen moeten wel eerst aan mij toestemming vragen .

Als we een paar minuten later het water in duiken en genieten van het heerlijke koele water, verschijnen er opeens een paar soldaten op het strand. Ze verblijven op een van de boten, lopen de hele dag stoer te doen met een wapen in hun hand en liggen voor de rest van de dag met hun luie kont in de hangmat. Ik denk dat dit een droom is van elke man hier. Zodra wij het water indoken hadden zij al besloten dat wij allemaal fotowaardig zijn en daarom worden wij een voor een uit het water geroepen om met een van hen op de foto te gaan. Ik noem deze patserige soldaat voor het gemak even de Oppermacho en elk beeld dat ik daarmee bij iemand oproep is correct. Deze man laat een andere soldaat zijn I-pad halen, die hem deze in een doos keurig aanbiedt alsof het om een goude ketting gaat en doet vervolgens een stap achteruit. Deze zelfde soldaat heeft de eer om van alle dames een foto te maken, terwijl de Oppermacho ernaast gaat staan, zodat het lijkt alsof deze dames zijn nieuwe aanwinst zijn. Twee meiden komen keurig het water uit en gaan braaf naast hem staan. Zij zien daar schijnbaar de onschuld wel van in. Als ik echter aan de beurt ben en de Oppermacho naar mij wijst en gebaart dat ik op moet staan, schiet mij dat in het verkeerde, feministische keelgat en besluit ik het hem wat moeilijker te maken. Zonder aanstalten te maken om uit het heerlijke zeewater te komen vraag ik hem: Heb je wel toestemming gevraagd aan de kapitein? De Oppermacho kijkt mij verschrikt aan en vraagt bezorgd: Moet dat dan? Mag ik geen foto´s van jullie maken? Op de achtergrond zie ik de kapitein op het terras genieten van een sigaretje, zich van geen kwaad bewust. Ik geniet ervan dat mijn actie zo goed aanslaat en ik besluit er nog een schepje bovenop te doen: Nou ja, we zijn immers de vrouwen van de kapitein. De Oppermacho kijkt vertwijfeld om zich heen, probeert te peilen of het waar is en kiest dan eieren voor zijn geld. Samen met de anderen loopt hij naar zijn hangmat en de I-pad wordt zorgvuldig opgeborgen.

Tijdens het avondeten praten we over andere boten, leuke of vreselijke zee-ervaringen en over vrouwen op de boot. Volgens de vrouw van de kapitein, die we algauw Mama noemen, omdat ook haar naam te moeilijk is om uit te spreken, hoeft haar man zich geen zorgen te maken. Zij gelooft er heilig in dat vrouwen beter voor zichzelf kunnen zorgen dan mannen en dat we met onze groep niet in rare, gênante sitauties terecht komen.

Na het avondeten, als iedereen vol zit met kip, rijst en rum, keren we terug naar de boot. Ik installeer mij in mijn bed en kom tot de coclusie dat het veel weg heeft van een doodskist, al ontbreekt het zesde plakje aan de rechterkant. Ik blijf twee minuten besluiteloos naar het plafond staren dat op nog een 15cm van mijn gezicht verwijderd is en pak dan gauw al mijn spullen bij elkaar en ren naar het dek. Als ik eenmaal lig, denk ik: Dit is beter. Een zacht zeebriesje en het schommelen van de boot sussen mij geleidelijk in slaap.

Waar is mij vrouw? Ik kan haar niet vinden! In paniek schut de kapitein mij wakker. Ik kijk hem versuft aan en vraag of ze wel met de motorboot terug naar de Delfín Solo is gegaan. Hij haalt zijn schouders op en zegt met iets een dubbele tong: Geloofff van wel. Samen met hem en een Duits meisje spring ik in het motorbootje en realiseer ik mij halverwege dat ik in mijn pyama in een boot zit. Ach, voor alles een eerste keer, denk ik schouderophalend. 

Zodra we terug op het eiland zijn, wil Charlie naar het restaurant lopen, maar het Duitse meisje en ik zien iemand op het strand liggen. Als we dichterbij komen zien we dat het Mama is en dat ze in slaap is gevallen. Opgelucht maken we haar wakker en gaan we terug naar de motorboot die....zo´n 20 meter van de kade dobbert. Oeps! Blijkbaar heb ik hem toch niet zo goed vastgemaakt als ik dacht. Vanwege mijn schuldgevoel bied ik aan het water in te springen en de boot te gaan halen. De kapitein kijkt mij verward aan en zegt: Wil jij gaan naaktzwemmen?! Nu is het mijn beurt om verward te reageren. Het kan toch ook met kleren aan?? Klungelig door de rum kleedt de kapitein zich uit en springt poedelnaakt het water in om de boot terug te halen.

Na ongeveer 5 minuten, wat voor mij wel een uur lijkt, komen we terug bij de Delfín Solo, waar de rest van de meiden geen idee heeft van wat er net allemaal gebeurd is. Als ik weer op mijn vertrouwde plekje lig en naar de sterren kijk, maak ik de balans van mij eerste dag op de zeilboot op. Ik werd aangezien voor een pin-up girl, heb de kapitein naakt en in een dronken toestand een motorboot naar de kade zien brengen en heb z´n vrouw van het strand gehaald. Conclusie? Wij hebben binnen een half uur de stelling Vrouwen kunnen altijd voor zichzelf zorgen en komen niet in rare, gênante situaties terecht ontkracht en dit is pas dag 1. Ik ben benieuwd wat ons op dag 6 te wachten staat.

Foto’s