Wie het kleine niet eert...

7 december 2012 - Lívingston, Guatemala

Een zacht gepiep dringt door in mijn droom en ik kan niet plaatsen waar het vandaan komt. Hoe langer ik wacht, hoe harder het geluid wordt. Opeens weet ik wat het is en open ik mijn ogen. In de donkere kamer zie ik het schermpje van mijn telefoon oplichten om mij duidelijk te maken dat het 5 uur 's ochtends is. Ik wil mijn kamergenoten niet wakker maken en daarom reikt mijn rechterhand snel naar het blauwe licht. Wat ik daarbij vergeet is dat ik in een klamboe slaap en mijn hand tegengehouden wordt door het zachte witte gaas. De telefoon valt met veel lawaai op de grond en in mijn poging het arme ding van zijn val te redden, rol ik naar de rand van mijn bed, te laat realiserende dat ik te ver doorrol en nadat ik een seconde opgevangen wordt door de klamboe, val ook ik met veel lawaai op de grond. Tot zover mijn poging om geruisloos op te staan. Morgen toch maar gewoon de anti-muggencreme smeren, want zo'n klamboe is overduidelijk niets voor mij.

Gauw kleed ik mij om en gris ik mijn camera mee als ik naar buiten ga. Het hostel waar ik verblijf heeft zijn eigen pier en de prachtige zonsopkomst is de reden waarom ik (en daarmee dus ook mijn kamergenoten) zo vroeg in de veren ben. Achter de bergen die de kade van El Rio Dulce vormen komt de zon verlegen om de hoek kijken. Het is rustig. Je hoort alleen de vogels kwetteren. Een dozijn grote watervogels komt geruisloos langsvliegen en scheren om de beurt rakelings over het water.

Op de pier naast het hostel staat een groepje jongens te kijken naar een man in een kano die rustig door het water peddelt, opzoek naar zijn ontbijt. (Het lijkt allemaal zo soepeltjes te gaan, maar nog geen drie uur later zal ik er achter komen dat het toch zwaarder is dan het lijkt. Mijn kano klapt zelfs om, maar dat is een verhaal voor een ander moment...) Ik kijk naar het waterverkeer dat langzaam op gang komt. Steeds meer kano's en gemotoriseerde bootjes halen vissen binnen die nog voor het einde van de ochtend als ontbijt gebruikt zullen worden.

Ik vang de blik van een jongetje dat op de pier staat. Hij is hooguit acht jaar oud en heeft een stok in zijn handen waarmee hij als een zwaard om zich heen slaat. Hij lacht en zwaait vrolijk naar mij. Ik beantwoord zijn groet en moet meteen aan het jongetje denken dat ik gisteren in een Maya-dorpje dichtbij Livingston leerde kennen. Het dorpje bestond uit 60 inwoners en lag midden in de jungle. De inwoners deden aan handarbeid en verbouwden mais. Een gids leidde een Nederlands stel en mij rond en vertelde over het leven in het dorpje. Ik was verbaasd over hun manier van leven. Deze mensen hadden niets. Ze woonden in huisjes die qua oppervlakte kleiner waren dan een gemiddelde studentenkamer in Amsterdam en daar woonde met gemak een familie in bestaande uit zes personen, drie katten, vijf honden, tien kippen en een big. Ze waren te arm om zich een paracetemol te veroorloven en een dokter hadden ze niet. Toch lachten deze mensen vrolijk en wilden ze voor geen goud 5km verderop gaan wonen.

Een pickuptruck zou ons om drie uur ophalen, maar natuurlijk was hij er niet. We zijn immers in Guatemala. De gids probeerde fietsen voor ons te regelen, maar met een lekke band zouden we niet ver komen. Er zat dus maar een ding op: de benenwagen. Na mijn jungle-avontuur keek ik nergens meer van op en enthousiast begon ik aan de terugtocht van twee uur. Net voor we het dorp verlieten, passeerden we een klein huisje waar drie kinderen buiten speelden. Net als in elk huis renden ook hier een paar kippen voorbij en hoorden we een varkentje knorren, terwijl het opzoek was naar eten. Het jongetje kwam naar ons toegerend en groette ons vrolijk. Vol trots liet hij de stokjes zien waarmee hij op een soort xylofoon sloeg. Zijn schaterlach deed iedereen smelten. Zodra we doorliepen en buiten gehoorafstand waren, vertelde de gids: In dat huis is gisteren zijn 3,5 jaar oude broertje overleden. 's Avonds was de begrafenis. We waren er alle drie even stil van. Dit konden we niet zien aan de lieve, vrolijke gezichtjes. Ik draaide mij nog een keer om en zag het jongetje samen met zijn twee zusjes vrolijk naar ons zwaaien alsof er niets aan de hand was. Hoe erg het verlies van een kind of broertje ook is, het leek wel of ze het hier gewoon accepteerden. Het leek wel of ze de gebeurtenis in een laadje in hun geheugen stopten en verder gingen met het leven. Vrolijk zwaaide ik naar de kinderen terug, mijn gezicht in een glimlach dwingende om te verbergen hoe aangeslagen ik in werkelijkheid was.

Met een plons duik ik het water in. Ook al is het nog vroeg, het water is heerlijk warm. Gisteren zou ik nog gezegd hebben dat de mensen in het Maya-dorpje arm zijn, maar ik denk daar nu anders over. Ze zijn juist rijker dan ieder ander, omdat ze gelukkig zijn met wat de natuur hen biedt en omdat ze genieten van het leven en van de wereld om hen heen. Ik ben degene die arm is. Alle luxe die ik gewend ben, alle chaos die de invulling van mijn leven bepaalt en alle troep als fastfood, medicijnen voor elk klein kwaaltje, etc. die ik in mijn lichaam prop, zorgen ervoor dat ik niet altijd de kleine dingen in het leven zie. Deze morgen besluit ik daar even bij stil te staan en zwem ik in El Rio Dulce, terwijl de zon langzaam de hemel beklimt.

Foto’s

3 Reacties

  1. Natascha:
    8 december 2012
    Hey Maris, wat een prachtig en ontroerend verhaal. Ik heb het aan mijn moeder voorgelezen, die zij dat je dingen zo ontzettend goed kan verwoorden, dat je misschien een boek moet gaan schrijven. Ik deel deze mening ;). Misschien een idee voor als je terug bent in Nederland? Het ga je goed, schat. Geniet en blijf mensen inspireren met je mooie verhalen. Ik kan niet wachten tot je weer terug bent. Ik denk dat je best wel veranderd zal zijn, maar dat is ook logisch. Ik denk aan je!
  2. Mariska:
    10 december 2012
    He maris,

    Fijn om weer een mooi verhaal van je te lezen! Bijzonder om zulke momenten mee te maken. Dan zijn wij nederlanders maar een stel gierigaards (denkend aan het idee om mensen die meer draagkracht hebben meer te laten betalen en dat daar met boosheid op gereageerd wordt).
    Ik heb respect voor je hoe je het allemaal volhoud!
  3. Christine:
    11 december 2012
    Ja ik heb weinig aan de dames toe te voegen.. Geniet!