En we gaan nog niet naar huis...

16 januari 2013 - Boquete, Panama

De bus brult uit protest als hij de berg oprijdt. Voor de zoveelste keer tijdens mijn reis zit ik in een benauwde, overvolle, oude Amerikaanse schoolbus. De zon schijnt pal op de bus en de kleine raampjes zijn volledig opengedraaid wat in werkelijkheid betekent dat er hier en daar voor drie cm aan lucht naar binnenkomt. Ik zit klem tussen het raam en een grote man en mijn knieen, die eigenlijk drie banken verderop horen te zitten, lijken achter mijn oren te zitten. In Boquete is het een stuk kouder. Wacht maar af, zegt de man naast mij met een zwaar Spaans accent. Zodra hij merkt dat ik Spaans spreek, is er geen houden meer aan. Enthousiast begint hij te vertellen over zijn Panama. Inderdaad, ik ben op weg naar mijn eerste bestemming in Panama.

Nee echt niet! Ik begin gewoon in Cuba en daarna zak ik af naar het zuiden naar Costa Rica. Ik trek daar vijf maanden voor uit, maar als ik er eerder ben, dan kom ik ook gewoon eerder thuis. Ik kan dit gesprek dromen. En op de vraag of ik ook nog naar Panama zou gaan, zei ik steevast: Nee joh, ik heb dan al zoveel gezien! Tegen iedereen die ook maar iets over mijn reisplannen wilde horen, dreunde ik deze zinnen op. Niet dat ik het niet meende, maar ik wist op dat moment niet waar ik eigenlijk echt aan begon. Het gevoel van onbeperkte vrijheid gedurende vijf maanden doet mij beter dan ik had gedacht.

En zodra ik een paar weken geleden in Costa Rica aankwam, sloeg de twijfel toe. Wil ik eigenlijk wel naar huis? Kan ik nog meer zien? En hoe zuiderlijker ik kwam, hoe rustelozer ik werd, totdat ik erachter kwam dat een vliegticket vanaf Panama aanzienlijk goedkoper was dan vanuit Costa Rica. Boem! Daar was mijn doorslaggevende reden om door te reizen naar Panama. En ja, als ik dan toch al in Panama ben, kan ik ook die mooie zeiltocht langs allerlei onbewoonde bounty-eilanden maken om vervolgens in Colombia te eindigen.

Ik kon mij geen minpunten bedenken wat deze landen betreft (Ok, ze zijn er wel, maar ik wil er gewoon niet aan denken) en daarom zit ik nu in een bus die meer op een oven op wielen lijkt, op weg naar een klein dorpje in de bergen van Panama. De man naast mij, die Orlando heet, vertelt vrolijk over een vulkaan die wij passeren, over zijn familie en over het leven in Panama. Zodra hij vertelt over hoe slecht mensen het hebben, verdwijnt de glans uit zijn ogen en krijgt hij een harde trek om zijn mond. Een trieste verschijning. Volgens hem laat de Panamese regering de armen aan hun lot over en gaat al het geld naar de rijken. Ik wil hem zeggen dat dit het beeld is dat ik van heel Centraal-Amerika heb, maar opeens stralen zijn ogen weer en wijst hij glimlachend naar buiten. De top van de vulkaan steekt boven de wolken uit. Blijkbaar is de ongerepte natuur van dit land, iets wat niet snel te veranderen is, het enige wat deze Orlando vrolijk maakt. Na een uur stapt hij uit de bus en wenst hij mij succes met mijn reis. Ook zegt hij dat ik goed op mezelf moet passen. Ik glimlach, wens hem het beste en bedank hem voor de info.

Zodra de bus verder gaat, pak ik mijn leesboek en valt de bladwijzer op de grond. Het is een papieren strook die ik in een hostel gekregen heb en ik heb er nooit veel aandacht aan besteed, tot vandaag. Op de achterkant staat: To travel is to discover that everyone is wrong about other countries (Aldous Huxley). Ik glimlach en ben het met deze man eens. Hij slaat wat mij betreft de spijker op z'n kop. Sinds de eerste dag van mijn reis en zelfs daarvoor al, hadden mensen goedbedoelde reisadviezen, maar vaak klopte er vrij weinig van. In Mexico zou ik ontvoerd worden, in Guatemala beroofd (ok, dat klopt) en in alle andere landen, met name in Panama, zouden de mensen onvriendelijk zijn en las het even kon, moest ik deze landen gewoon vermijden. Te gevaarlijk om doorheen te reizen. Tot nu toe zijn de mensen in Panama de meest behulpzaamsten in heel Centraal-Amerika en zei een vrouwtje bij de bushalte ontzet: Mexico?! Ben je daar geweest?! Ach schat, dat land is nog erger dan Panama. Kortom, mensen hebben vaak een hardnekkig beeld van een land wat vaak niet overeenkomt met de werkelijkheid. Ik heb mij tot nu toe nergens onveilig of bedreigd gevoeld. Dit neemt niet weg dat ik de komende tijd op moet letten en voorzichtig moet zijn, maar dat wil niet zeggen dat ik ook tijdens de laatste weken van deze reis niet kan genieten van de culturele ervaringen en alle indrukken die ik opdoe.

Ik stop de bladwijzer ergens in mijn boek en probeer te gaan verzitten, omdat de vering van de bank in mijn kont prikt. Ik zak wat onderuit, waardoor mijn knieen praktisch door de rugleuning van de bank voor mij schieten en bedenk ik mij dat het genieten waarschijnlijk pas na deze busreis begint.

Foto’s

2 Reacties

  1. Wim Griffioen:
    22 januari 2013
    Hoi Mariska,

    Blijf inderdaad lekker genieten, en hopelijk blijft de apen- en duivenpoep je nog lange tijd geluk brengen!

    Hier in Nederland kunnen we ook nog steeds genieten, maar we genieten nog het meest van jou mooie verhalen die bij mij altijd weer een glimlach op mijn gezicht toveren.

    Het ga je goed!
  2. Annemarie Conijn:
    22 januari 2013
    hey mariska,

    leuk om je verhalen te lezen, het brengt mij weer een beetje terug naar die tijd! Ik ben alweer net zo lang terug als dat we weg zijn geweest! Ik ben wel heel benieuwd naar al je verhalen, wil ze graag live horen hoor, want ik moet snel een nieuwe bestemming gaan uitzoeken zodat ik daar naar uit kan kijken!

    doe vooral rustig aan, niet haasten :) geniet met volle teugen!
    groetjes